Inleiding
Deze module is gericht op HBO-/WO-opgeleide professionals die in multidisciplinaire teams (wijkteams, instellingteams) werken in het jeugddomein en daarbij aanlopen tegen juridische dilemma’s. Voorbeelden: op welk moment en hoe deelt men gegevens over het gezin met een Veiligheidstafel of Veilig Thuis? Op welk moment spreekt men over een vermoeden van radicalisering? In welke situatie en hoe maakt men zorgen over het functioneren van een collega bespreekbaar? Wanneer en hoe deelt men informatie met de Raad voor de Kinderbescherming? Wanneer en hoe met de gezinsvoogd?
De cursist wordt bij de inschrijving uitgenodigd om vragen aan de docent te sturen en kan desgewenst een casus inbrengen.
Leerdoelen
Een goede jeugdhulpverlener moet over de grenzen van zijn eigen vak kijken. Naast het beoefenen van zijn ‘core business’ -het verlenen van passende en verantwoorde hulp aan jeugdigen en gezinnen- moet hij de rechtspositie van zijn cliënten kennen in de professionele relatie die hij met hen aangaat. Hij moet ook zijn eigen (juridische en beroepsethische) positie in die professionele relatie kennen. Hij moet de juridische positie van zijn cliënten en van hemzelf kennen in de samenwerking met andere hulpverleners en derde-partijen. Hij moet de juridische aspecten van het werken in een wijkteam kennen. Hij moet zijn professionele verantwoordelijkheid kennen en zich kunnen weren wanneer hij in een tuchtrechtelijke procedure door een ontevreden cliënt ter verantwoording wordt geroepen.
In deze basismodule worden de juridische thema’s behandeld die hierbij horen.
Resultaat
Een jeugdhulpverlener die de juridische spelregels kent die gelden voor zijn relatie met cliënten en met collega-hulpverleners, ketenpartners en opdracht- of werkgever, en die in staat is om in complexe situaties tot besluiten te komen die recht doen aan alle betrokkenen, is een sterke professional.
Docent
mr. Nicoline Jacobs, NJ Juridische adviezen
Meer informatie
030 236 1861 / advies@stade.nl