Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Column – Bekijk het maar

10 juni 2020

Opeens zat ik net als talloze anderen vooral te beeldbellen en zag ik veel verschillende werkplekken, met daarbij soms ook de beelden of geluiden van huisgenoten. Hoeveel mensen er tegelijkertijd in beeld zijn wisselt per programma en instelling, maar je zit er zélf in elk geval altijd tussen.

Deze situatie deed mij denken aan de Engelse jurist en filosoof Jeremy Bentham. Hij is de bedenker van het zogenaamde panopticumprincipe. Een van de kenmerken van dat principe is dat anderen je permanent kunnen zien en jij niet weet wanneer ze naar je kijken. Zijn idee was dat mensen op die manier heel efficiënt gedwongen zouden kunnen worden om zich goed te gedragen. Bentham werkt dit uit in plannen voor koepelgevangenissen met traliedeuren en in het midden een toren met kleine gaten, waarachter een bewaker zou kunnen staan. Je kunt de werking van het panopticumprincipe o.a. terugzien bij de camera’s op straat waarvan je ook niet weet of er iemand naar de beelden kijkt.

Het beeldbellen doet er nog een schepje bovenop. Niet alleen weet je niet wanneer er naar je wordt gekeken, je ziet jezelf ook nog eens de hele tijd in beeld. Je zit als het ware zelf ook in die toren in het midden om te bewaken dat je je ‘goed gedraagt’. Misschien is dát wel een belangrijke reden dat die vergaderingen zo gedisciplineerd en efficiënt verlopen. Maar het zou ook mede kunnen verklaren waarom mensen er zo moe van worden.

Bentham was een sociaal hervormer en een van de grondleggers van het utilitarisme. Daarin wordt de waarde van een handeling bepaald door de bijdrage ervan aan welzijn en geluk van iedereen. In de coronatijd wordt deze manier van denken vaak gebruikt, bijvoorbeeld ‘allemaal afstand houden in de gezamenlijke strijd tegen het virus’. Het juiste gedrag hangt dan dus van het resultaat af. Daartegenover staan ethische opvattingen als die van Kant, waarbij een bepaald gedrag altijd goed is of altijd slecht. Ook daarvan hoor je in deze tijd veel voorbeelden: ‘er moeten IC-bedden bij, want iedereen heeft gelijke rechten op de beste zorg’.

Net als bij beeldbellen is er niet één benadering die altijd voor alles en iedereen geldt. De een zit er ongegeneerd een maaltijd bij naar binnen te werken, de ander checkt voortdurend of het haar nog goed zit. De een voelt zich helemaal ontspannen, de ander doet het liever zonder beeld. Dat we nogal verschillen van elkaar kan misschien ook verklaren dat onze inschattingen –ook die van deskundigen- er in deze tijd nog wel eens naast zitten.

De een stelt dat met de demonstratie op de Dam de epidemie weer nieuw leven is ingeblazen, de volgende meent dat de kans op besmetting in de buitenlucht te verwaarlozen is. Veel minder zelfdodingen kopt de krant, de grote bulk van psychische problemen moet nog komen schrijft de ander. Trots op heel veel initiatieven voor hulp aan elkaar, maar in de praktijk maar weinig mensen die er gebruik van maken.

Hoe een samenleving in deze tijd precies draait is minstens net zo raadselachtig als hoe dat virus werkt. Desalniettemin proberen we het werk en het samenleven zoveel mogelijk door te laten gaan. ‘Ik mis bij het beeldbellen het onderwaterscherm’, zei een bevriende directeur tegen me. Gelukkig heb ik het onvervreemdbare recht om het beeld uit te zetten, zeker als dat het beste is voor iedereen.

Erik Vermathen
Directeur
Email: e.vermathen@stade.nl
Tel: 06 10 93 94 04