De wet meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling
De Wet meldcode verplicht organisaties om een meldcode in de eigen organisatie te implementeren. Deze code houdt in dat uitvoerende professionals geacht worden om conform hun beroepscode/specifiek afwegingskader te werken met de meldcode. Zie hier .
Voor gemeenten betekent dit dat zij voor de ambtenaren die betrokken zijn bij de uitvoering van de Leerplichtwet en medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wet publieke gezondheid (Wpg) een meldcode met afwegingskaders moeten vaststellen en implementeren, en kennis en gebruik van de meldcode bij hun medewerkers moeten verbeteren. In de gemeente Gooise Meren dragen twee aandachtfunctionarissen hier zorg voor.
Het uitgangspunt voor de gemeente Gooise Meren
Gooise Meren ziet een goede kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners als haar verantwoordelijkheid, zeker als die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling.
Van de medewerkers bij de uitvoeringsdienst sociaal domein – bijvoorbeeld consulenten voor jeugd, Wmo, participatie, schuldhulpverlening of vangnet en advies en leerplichtambtenaren – wordt verwacht dat zij in alle contacten met inwoners attent zijn op signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij daar conform de wet meldcode op reageren.
Van overige medewerkers in de gemeentelijke dienstverlening – die af en toe met mogelijke signalen van kindermishandeling/huiselijk geweld in aanraking komen – wordt verwacht dat zij deze met de aandachtfunctionarissen bespreken. Waarna de aandachtfunctionarissen in overleg met Veilig Thuis beoordelen wat er verder nodig is.
De vraag van de aandachtfunctionarissen van de gemeente
De twee aandachtfunctionarissen van de gemeente hadden behoefte aan verdere concrete adviezen hoe zij binnen de gemeentelijke organisatie en bij de portefeuillehouder in het College het onderwerp actueel konden houden maar ook hoe zij hun collega’s verder konden ondersteunen. De vraag binnen de uitvoeringsdienst was hoe het werken met de stappen uit de meldcode beter geborgd kon worden.
Plan van aanpak en jaarplanning
De antwoorden op deze vragen resulteerden in een plan van aanpak met een jaarplanning waar ook de afdeling personeelszaken van de gemeente bij werd betrokken.
Belangrijke onderdelen van dit plan:
- Borging van de taken en verantwoordelijkheden, de urenbesteding en het faciliteren van de aandachtfunctionarissen door de direct leidinggevende
Het gaat om uitvoerende (directe) taken, zoals het ondersteunen, begeleiden, adviseren, motiveren en informeren van collega’s die kindermishandeling vermoeden; en beleidsmatige (indirecte) taken, zoals betrokkenheid bij het invullen, bijstellen en evalueren van de meldcode, collega’s informeren over ontwikkelingen, scholing, uitwerken van beleid over het zorgzorgvuldige vastlegging van de stappen van de meldcode. Daarnaast is het belangrijk dat de aandacht functionaris zich duidelijk profileert: wat kunnen collega’s van hem of haar verwachten?
- In de gemeentelijke organisatie actueel houden van de aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldcode en de rol van de aandachtfunctionarissen
Om (het gebruik van) de meldcode actueel te houden gaan de aandachtfunctionarissen twee keer per jaar langs in diverse (werk) overleggen met uitleg over hun rol en met de vraag of men al eens geconfronteerd is met -vermoedens van- kindermishandeling/huiselijk geweld en vervolgens hoe te handelen.
- Vaststellen hoe nieuwe medewerkers van de gemeentelijke organisatie wegwijs worden gemaakt in de gemeentelijke werkwijze (stappen meldcode).
In de arbeidsovereenkomst wordt bijvoorbeeld opgenomen dat de medewerker uitvoeringsdienst geacht wordt kennis te nemen van het gemeentelijke standpunt t.a.v. de wettelijke meldcode en conform deze code te handelen. Op deze wijze wordt voorkomen dat het gebruik van de meldcode door de betreffende medewerker vrijblijvend is en is toezicht hierop mogelijk.
- Wanneer en welke scholing en deskundigheidsbevordering moet plaatsvinden m.b.t. de gemeentelijke uitvoering (update meldcode/afwegingskader/gespreksvoering)?
Dit organiseren en vastleggen in een jaarcyclus. In Gooise Meren wordt dit geborgd in een (ingekocht) scholingstraject waarbij sprake is van maatwerk dat aansluit bij de functie van de medewerk(st)er.
- Wethouder (portefeuillehouder HG/KM) periodiek meenemen en voorzien van informatie.
Gedurende het programma Geweld Hoort Nergens Thuis worden regelmatig nieuwsbrieven en actuele ontwikkelingen (mee)gedeeld. Na afloop van het programma kan nieuws worden verzameld, bijvoorbeeld via Google nieuws huiselijk geweld (het onderwerp kan automatisch worden ingesteld) om dit periodiek onder de aandacht te (laten) brengen, bijvoorbeeld in een korte nieuwsbrief. Voorbeelden van acties (in het verleden) zijn hier te vinden. En op de site: https://vng.nl/artikelen/kindermishandeling-en-huiselijk-geweld
- Kennis van de aandachtfunctionarissen paraat houden
Voor hen is landelijk een toolkit ontwikkeld, deze is te vinden op https://www.toolkitaandachtsfunctionaris.nl/. Daarnaast vindt landelijk ook scholing plaats.
- Op onderdelen van de uitvoering door de relevante gemeentelijke professionals zijn verbeteringen aangebracht.
In Gooise Meren betrof dit het gestructureerd vastleggen van de uitkomsten van stappen in de meldcode via een door Stade Advies ontwikkeld format en een eenduidiger uitvoering van de risicotaxatie.
Rudy Bonnet was vanuit Stade Advies beleidsadviseur in Gooise Meren, is auteur van de kleine gids Kindermishandeling en maakt op persoonlijke titel deel uit van de onderzoekscommissies “Veilig opgroeien” en “Geweld hoort nergens thuis” van ZonMw. In 2021 is hij ook projectleider van het Centrum huiselijk geweld en kindermismishandeling in Rotterdam Rijnmond.
Rudy Bonnet
Senior Adviseur Stade Advies
Email: r.bonnet@stade.nl
Tel: 06 51 74 97 12