Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Huurdersparticipatie en privacywetgeving: bondgenoten of tegenstanders?

19 december 2019

Huurdersorganisaties worden geacht alle huurders te vertegenwoordigen. Om dat op een goede manier te kunnen doen is het noodzakelijk om met alle huurders in contact te kunnen komen. Voor de invoering van de nieuwe privacywetgeving was dat geen probleem.

In mei 2018 werd echter de nieuwe AVG, de Algemene Verordening Gegevensbescherming, ingevoerd. Deze Europese privacywetgeving is er voor alle organisaties die persoonsgegevens vastleggen. Ook de huurdersorganisaties moeten aan de AVG voldoen. Of zij nu vereniging of stichting zijn, dat maakt niet uit. De persoonsgegevens die zij vastleggen van hun leden vallen onder de nieuwe privacywet.

Wat zijn persoonsgegevens? Dat zijn alle gegevens die naar een persoon te herleiden vallen. Denk bijvoorbeeld aan naam, adres, postcode en plaats en contactgegevens zoals e-mailadres of telefoonnummer.

De privacywetgeving geldt ook voor de verhuurders. En daar zit nu net de kneep. Veel huurdersorganisaties hebben wel de contactgegevens van hun leden, maar niet van de huurders die niet aangesloten zijn. Om met de niet-leden in contact te komen deden de huurdersorganisaties in het verleden vaak een beroep op de verhuurder. Die gaf dan de adressen of de contactgegevens van de huurders.

Als gevolg van de nieuwe privacywetgeving mag dat niet meer. Daardoor wordt het heel moeilijk om nu met de niet bij de huurdersorganisatie aangesloten huurders in contact te komen. Maar hoe kan een huurdersorganisatie nog de belangen van alle huurders vertegenwoordigen, als zij niet haar hele achterban kan bereiken?

In mijn werk als adviseur van huurdersorganisaties loop ik vaak tegen dit probleem aan. Huurdersorganisaties willen de participatie verbreden en ook de huurders die geen lid zijn kunnen bereiken. Wilden de verhuurders in het verleden daarbij nog wel eens een handje helpen, nu mogen de gegevens simpelweg niet meer aan de huurdersorganisaties worden verstrekt. En dat terwijl het voor hen zo belangrijk is om meer huurders te bereiken. De conclusie is dan ook dat AVG niet bijdraagt aan de verbreding van de participatie.

Corporaties gaan wisselend om met de regels die de AVG stelt. Weigert de ene corporatie principieel om de adressen van haar woningbestand te geven, een andere corporatie toont zich erg bereidwillig en stuurt op verzoek van de huurdersorganisatie een mail aan alle bewoners van wie zij het e-mail adres heeft door.

Voor de huurdersorganisaties is het belangrijk om te beschikken over zoveel mogelijk contactgegevens van de huurders. En het verzamelen daarvan kost tijd, soms veel tijd! Om te beginnen moet er natuurlijk op iedere bijeenkomst een presentielijst liggen waarop de contactgegevens kunnen worden ingevuld, zodat het bestand als een olievlek kan groeien en groter en groter wordt. Maar dan kan het nog wel enige tijd duren voordat de nodige gegevens zijn verzameld.

De nieuwe privacywetgeving is goed voor de privacy van de huurder (daar was de wet ook voor bedoeld), maar minder goed voor de verbreding van de participatie. Voor het verzamelen van de contactgegevens geldt dat de aanhouder uiteindelijk wint. Stug doorgaan met vragen, goed registreren en bijhouden maakt dat er uiteindelijk een goed gevuld bestand ontstaat.

Heb je een goede oplossing voor dit probleem gevonden of heb je op dit gebied goede tips voor andere huurdersorganisaties? Geef ze door, dan kunnen we die de volgende keer in deze nieuwsbrief delen.

Marlies Bodewus
Senior adviseur Huurdersorganisaties
m.bodewus@stade.nl
06 51058814