Een druilerige najaarsmiddag, overleg tussen de corporatiemedewerkers en de leden van de huurdersorganisatie. De tijd vordert, maar de vergadering schiet niet op. Er moeten nog veel zaken worden besproken.
“Zullen we het overleg volgende week dinsdagmiddag om 15 u voortzetten? Dan kunnen we om 16.30 u klaar zijn.” Dit voorstel van één van de corporatiemedewerkers brengt de vergadering weer tot leven. Alsof iedereen wakker schrikt. Tegelijkertijd zie ik de gezichten van de leden van de huurdersvertegenwoordiging betrekken. Hoezo ’s middags om 15.00 uur vergaderen? Overdag? Dan kan de rest van het bestuur er weer niet bij zijn.
Dit is een mooi voorbeeld van de botsing tussen de leefwereld van de huurdersorganisaties en de systeemwereld van de corporatiemedewerkers. De huurdersorganisaties die proberen zoveel mogelijk bewoners bij het overleg te betrekken en de corporatiemedewerkers die zoveel mogelijk onder kantoortijd willen vergaderen.
Huurdersorganisaties zouden een brede afspiegeling van alle huurders moeten zijn. Voor de bestuursleden die werken is overdag vergaderen bijna onmogelijk. Vergaderen onder kantoortijd leidt vaak niet tot de gewenste afspiegeling die de huurdersorganisatie zou moeten zijn.
Gelukkig zijn er ook veel corporatiemedewerkers die dit zien en wel bereid zijn het overleg met de huurdersorganisaties buiten kantoortijd te plannen. Toch komt het er in de praktijk vaak op neer dat de besturen van de huurdersorganisaties zich schikken in het vergadervoorstel ‘binnen kantoortijd’. Het is jammer dat op deze manier de participatie niet optimaal kan worden ingevuld
Is dit herkenbaar? Welke oplossingen zijn voor handen?
Marlies Bodewus
Adviseur en ondersteuner voor huurdersorganisaties
m.bodewus@stade.nl
06 51058814