Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Partner Praat – met Han Leurink, directeur Wonen en Vastgoed van woningcorporatie Intermaris

15 maart 2021

In deze rubriek staan onze partners uit het werkveld centraal. Hoe dragen zij bij aan de kwaliteit van samenleven? Welke ontwikkelingen en uitdagingen zien zij in de praktijk en welke ideeën hebben zij zelf om deze uitdagingen aan te gaan? Dit keer spreken we met Han Leurink. Hij is directeur Wonen en Vastgoed van woningcorporatie Intermaris.

Meer dan een dak boven je hoofd
Leurink geeft naar aanleiding van de vraag hoe hij in de praktijk bijdraagt aan de kwaliteit van samenleven aan dat hij – vanuit zijn rol als directeur van een woningcorporatie – mensen een dak boven hun hoofd biedt. Leurink: “Maar we zien ook dat het dak alleen niet volstaat. De overheid zet in op een inclusieve samenleving, maar de wijk moet het zelf maar oplossen… En wij zijn de wijk, want ongeveer 1/3 van de woningen zijn sociale huurwoningen. Dus we kunnen niet wegkijken, want dan loopt de kwaliteit van leefbaarheid van ons bezit achteruit. Dan zitten huurders zichzelf en hun omgeving, waaronder buren, in de weg en komt prettig wonen onder druk staan. We willen dus naast een dak ook een ‘zorgzame omgeving’ creëren. Meer dan een dak boven je hoofd. Onze missie is geslaagd als jong, oud, alleenstaand, samenwonend, met of zonder kinderen een passende woonplek hebben in een kansrijke buurt.”

Wijkt Intermaris hiermee niet af van het beleid van de overheid? Die heeft toch aangegeven dat woningcorporaties zich juist tot hun kerntaken moeten beperken. Leurink geeft aan dat zij niet alles waar zij afgelopen jaren in hebben geïnvesteerd links willen laten liggen. Het gaat deels om eigenbelang, namelijk dat het bezit goed blijft. Maar hij wil ook de mensen met problemen niet in de kou laten staan. Leurink: “Wat als je buurman degene is met verward gedrag en niemand wil helpen?

‘’Dus we kunnen niet wegkijken, want dan loopt de kwaliteit van leefbaarheid van ons bezit achteruit. Dan zitten huurders zichzelf en hun omgeving, waaronder buren, in de weg en komt prettig wonen onder druk staan.”

Intermaris wil veel meer een netwerkorganisatie zijn binnen de zorg en welzijn. Juist omdat zij als corporatie achter de voordeur komt en dus veel ziet. Leurink: “De wijkteams hebben dit niet altijd in het vizier, omdat het outreachend werken – wat men wel wil – best ingewikkeld is. Daar waar het laagdrempelig kan, zoals het bieden van praktische hulp of een goed gesprek, lossen we het zelf op, en anders leiden we mensen door naar ons netwerk.”

Bewoners betrekken bij realisatie nieuwbouw
Welk van jullie projecten beschouw je als meest uitdagend? “Momenteel is Intermaris bezig met een nieuwbouwproject, waarbij de verbinding wordt gelegd tussen wonen en vastgoed. De toekomstige bewoners worden vanaf het beginstadium betrokken bij de realisatie van de nieuwbouw. De bewoners geven samen invulling aan hoe ze daar willen wonen.” Volgens Leurink is het uitdagend om alle wensen en verwachtingen van de bewoners binnen het beperkte budget te krijgen. Ook zit volgens hem de uitdaging in de manier van bouwen, omdat deze, organisatorisch gezien, helemaal anders is. Leurink: “Gebruikelijk is dat een architect met een ontwerp komt en een aannemer dat gaat bouwen.” Veel mensen hebben zich aangemeld voor het project. Meedoen geeft nog geen garantie dat je er komt te wonen, maar meedoen levert wel punten op. Dus als je als bewoner actief deelneemt, kun je ‘woonpunten’ verdienen en daarmee vergroot je de kans op een woning binnen het project. Leurink geeft aan dat het heel gaaf zou zijn, wanneer dit project lukt, omdat dit een voor Intermaris nieuwe manier is om nieuwbouw te gaan ontwikkelen. “De kans is groot dat wij dan meer gaan inzetten op het vroegtijdig participeren van bewoners. Aan de voorkant willen we dan die community building doen: dat je elkaar leert kennen, kijkt of er iets is wat je met elkaar deelt en je als bewoners regie kunt nemen over je eigen woonomgeving.” Leurink geeft aan dat het bespreekbaar is dat bijvoorbeeld het beheer ook bij de bewoners komt te liggen, maar dat het aan de toekomstige bewoners is hoever zij willen gaan. Ook zegt hij dat deze manier niet voor iedereen is weggelegd. Leurink: “Maar we hebben nog genoeg bestaande bouw waar we op de klassieke aanpak inzetten.”

Uitdagingen nabije toekomst
Volgens Leurink is er een stapeling van uitdagingen. Het is een uitdaging om alle mensen met verward gedrag een goede plek te geven in de wijken. Een andere uitdaging is volgens hem de woningnood. Het gebrek aan woningen en het gebrek aan bouwlocaties om snel te ontwikkelen. “Als je binnenstedelijk gaat verdichten, hoe hou je dan de leefbaarheid en de leefomgeving overeind?” Op de vraag of hij een verband ziet met de andere uitdagingen, zoals verduurzaming en circulariteit, zegt Leurink het volgende: “Dat is voor mij geen uitdaging, dat zijn voor mij randvoorwaarden: het moet betaalbaar zijn, het moet kwaliteit hebben en dus duurzaam en circulair zijn, het moet klimaat-adaptief zijn.” Ook de overheid zorgt volgens Leurink voor uitdagingen door de verhuurdersheffing en de eenmalige huurverlaging, hoe goedbedoeld ook. Leurink: “Het raakt ons wel. De stapeling van uitdagingen, daar hebben we de komende tijd nog onze handen vol aan.”

‘‘Het behoud van hooiland voor koeien vinden we in Nederland blijkbaar belangrijker dan een fatsoenlijk huis voor de volgende generatie.’’

Wat moet er volgens jou in de komende kabinetsperiode gebeuren? Leurink: ‘’We moeten het echt hebben over bouwen buiten de bestaande stad. Ik rij over de A7 en zie weilanden, zonder koeien en zonder biodiversiteit. Het is een open landschap, maar welke natuurkwaliteit heeft het nog? Tegelijk zie ik de volgende generatie die nog moet starten op de woningmarkt en niets te kiezen heeft.’’ Volgens Leurink kan er binnenstedelijk echt nog wel wat gebouwd worden, maar hij verwacht dat dat onvoldoende zal zijn. Hij vindt het noodzakelijk dat er ook buiten de steden ruimte beschikbaar komt om de woningnood op te lossen. Daarbij pleit hij overigens niet voor meer Vinexwijken. Hij is ervan overtuigd dat je met oog voor biodiversiteit, klimaatadaptatie en duurzaamheid prima buiten de bestaande stadsgrenzen kan bouwen. Hij wil ook daar graag een netwerkpartner zijn met organisaties die milieu- en landschapsbehoud nastreven en samen naar de best mogelijke oplossingen zoeken.

Erik Vermathen
Directeur Stade Advies
Email: e.vermathen@stade.nl
Tel: 06 10 93 94 04