Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Reflectie – Van volkshuisvesting via wonen naar overleven …. en hoe verder?

10 november 2022

In deze rubriek reflecteren medewerkers van Stade op maatschappelijke ontwikkelingen. Welke ontwikkelingen zien zij? Hoe komen deze in de praktijk terug? En wat zijn de uitdagingen daarbij? In deze editie staat Marlies Bodewus stil bij  ontwikkelingen in de volkshuisvesting en de sociale huursector en bij de verstrekkende maatschappelijke en sociale gevolgen hiervan.

“Steeds meer mensen wonen in hun auto”. Deze kop van een artikel trok vanochtend in de media mijn aandacht. Een gevoel van onbehagen bekroop me. Dat we te maken hebben met een wooncrisis is helaas al lang duidelijk. Dat in Nederland in 2022 mensen noodgedwongen in hun auto moeten wonen is triest.

In mijn werk geef ik graag een steuntje in de rug aan mensen die dat nodig hebben. Eind jaren tachtig ben ik in de volkshuisvesting gaan werken omdat ik vind dat wonen meer is dan alleen het hebben van een dak boven je hoofd.  En al is de situatie op de woningmarkt destijds niet vergelijkbaar met de situatie nu, ook in die tijd was er sprake van woningnood.

Als beginneling in de sector was ik toen diep onder de indruk van een protesterende woningzoekende. Hij was onverwacht op straat komen te staan en had een tentje opgezet voor de deur van het corporatiekantoor. Slaand op een grote trom en roepend dat hij snel een woning nodig had, liep hij voor ons kantoor heen en weer. Iedere dag opnieuw en wekenlang kampeerde hij voor ons kantoor.

Zijn protest haalde de lokale pers en we leerden hem steeds beter kennen. Wij begrepen zijn situatie en andersom begreep hij dat wij gebonden waren aan regels en hij nog niet aan de beurt was voor een woning. Vreedzaam protest in een goede onderlinge verstandhouding, waarbij wij hem voorzagen van de nodige kopjes koffie en hij overdag gebruik maakte van de voorzieningen in ons kantoor. Door de spelregels voor woonruimteverdeling creatief toe te passen kwam er na verloop van tijd toch een woning voor hem beschikbaar. Hij brak zijn tentje voor ons kantoor op en in zijn nieuwe woning kon hij beginnen met de opbouw van een nieuw leven. Alle maanden die hij voor ons kantoor had gekampeerd had zijn leven stilgestaan.

Dit speelde eind jaren tachtig. De woningnood was groot, maar tegelijkertijd waren het ‘gouden jaren’ voor de volkshuisvesting. Woningcorporaties bouwden met overheidssubsidies grote aantallen nieuwe woningen in ruim opgezette wijken met veel groen. En ook de middeninkomens vonden daar hun plekje.

Hoe anders is de situatie nu. Vol zorgen en met pijn in mijn hart kijk ik naar de wooncrisis. In het onlangs verschenen boek ‘Uitgewoond’ geeft Cody Hochstenbach een kritische analyse van de ontwikkelingen die hebben geleid tot de huidige crisis. Als senior in de sector heb ik helaas alle ontwikkelingen die hij in zijn boek beschrijft voorbij zien komen en meegemaakt.

Wonen is een van de belangrijkste basisbehoeften voor een mens. Het is niet voor niets dat wonen als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in onze grondwet. Mensen hebben recht op een woning, recht op een veilige plek om te wonen. Een plek waar ze zich kunnen beschermen tegen invloeden van buiten, waar ze zich thuis kunnen voelen. En als dit geregeld is kunnen ze vanuit hun ‘thuis’ relaties met de buitenwereld aangaan en zichzelf verder ontplooien en ontwikkelen. Maar nog steeds is dit niet voor iedereen weggelegd. Sterker nog, het aantal woningzoekenden is nog nooit zo groot geweest.

De overheid heeft de belangrijke opgave om ervoor te zorgen dat er voldoende huisvesting beschikbaar is en om ervoor te zorgen dat deze huisvesting beschikbaar en toegankelijk blijft. Helaas zet het kabinet al jarenlang in op het verkleinen van de sociale huursector. Een van de belangrijkste maatregelen daarbij was de verzelfstandiging van de woningcorporaties begin jaren negentig. De financiële overheidssteun verdween, corporaties moesten ‘hun eigen broek ophouden’ en ‘bedrijfsmatig gaan werken’ werd het uitgangspunt. Ik zag in de sector een tweedeling ontstaan: corporaties die het vastgoed centraal stelden (de corporaties van de stenen) en corporaties die de huurders centraal stelden. Alle overheidsmaatregelen die volgden waren gericht op het zo klein mogelijk maken van de sociale huursector. De trots van toenmalig minister Blok dat hij de eerste minister was die een heel ministerie heeft opgeheven, maakt mij boos. Van volkshuisvesting voor iedereen veranderde de sector steeds meer naar wonen voor mensen met een kleine portemonnee.

Als gevolg van de invoering van het passend toewijzen in 2013 mochten alleen nog de mensen met de laagste inkomens in de sociale huurwoningen gehuisvest worden. De in 2015 ingezette scheiding van wonen en zorg maakte dat er steeds meer mensen met ‘een rugzakje’ in de sociale huurwoningen gehuisvest worden. De sociale huurwoningen zijn vaak geconcentreerd in bepaalde wijken, de wijken waar als gevolg van al deze ontwikkelingen de leefbaarheid onder druk komt te staan.

Passend toewijzen leidt tot het ontstaan van inkomenswijken. Voor deze wijken hebben we een mooi oplossing bedacht: de inclusieve wijken. Wijken waar iedereen mee zou moeten kunnen doen en waar van de bewoners wordt verwacht om bij te dragen aan de leefbaarheid. Huurders zouden meer moeten participeren en meer (praktisch) moeten bijdragen! Maar hoe kan van mensen die zelf net het hoofd boven water kunnen houden verwacht worden dat ze bijdragen of participeren?

De wooncrisis is niet de enige crisis waar we mee te maken hebben. Ook de energiecrisis, de klimaatcrisis, de voedselcrisis, de zorgcrisis, de betaalbaarheidscrisis, de economische crisis, de stikstofcrisis, de vertrouwenscrisis, de crisis in de jeugdzorg, de vluchtelingencrisis, de crisis op de arbeidsmarkt en … (vul zelf maar aan) geven zorgen.

Alle crisissen komen bij elkaar en de gevolgen daarvan komen bij de zwakste groepen in de samenleving het hardste aan. Gisteren hoorde ik dat 1 op de 3 huishouden problemen heeft om rond te komen. In mijn werk met huurders valt vaak de term armoede. Mensen in armoede leven niet meer, maar zijn aan het overleven. Zij hebben zorgen over hun bestaan, zorgen over hoe eten op tafel te krijgen en over het betalen van alle rekeningen. En met de komende winter lijkt de moeilijke keuze tussen verwarmen of een warme maaltijd haast onvermijdelijk. Al deze mensen zijn aan het overleven en op hun eigen situatie gefocust. Geldzorgen maken letterlijk ziek, leiden tot mentale overbelasting, andere problemen en vervolgens tot een toenemend beroep op professionele hulpverlening. En dat terwijl we samen de leefbaarheid zouden moeten verbeteren en juist nú van iedereen meer tijd en aandacht voor anderen en participatie wordt verwacht.

De uitdaging is deze vicieuze cirkel te doorbreken. Dat vraagt andere en creatieve manieren van denken, verbinden en samenwerken. Elkaar opzoeken, anders organiseren, ontschotten zijn noodzakelijk om te komen tot een integrale aanpak. Een aanpak die ertoe leidt dat mensen weer zekerheid krijgen in hun bestaan. De beste oplossingen beginnen nog altijd aan de basis. Een goede, betaalbare en duurzame woning voor iedereen is daarbij de noodzakelijk. Als dat geregeld is kunnen de andere problemen worden aangepakt en is er weer ruimte voor participatie en kan iedereen meedoen!

En of het nu gaat om meedoen voor iedereen, het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk of onderwerpen als onderwijs, jeugdzorg of bewonersparticipatie bij omstreden voorzieningen, vanuit Stade Advies leveren mijn collega’s en ik graag een bijdrage aan een oplossing op het gebied van Kwaliteit van samenleven! Wilt u hierover contact met mij opnemen:

Marlies Bodewus

Senior Adviseur Wonen Stade Advies
Email: m.bodewus@stade.nl
Tel.: 06 51 05 88 14