Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Samenwerken aan veiligheid van jeugdigen is balanceren op een slap koord

31 oktober 2017 door Rudy Bonnet BAA

Nadat gemeenten in 2015 de verantwoordelijkheid kregen voor de inrichting van de toegang tot jeugdhulp, zorg en ondersteuning in het sociaal domein, werden nieuwe partijen en netwerken actief en werkwijzen veranderd. Veel gemeenten legden in hun beleidsvoornemens de nadruk op preventie, het benutten van eigen kracht van jeugdigen en gezinnen en het aanbieden van samenhangende zorg en ondersteuning voor jeugdigen en al hun gezinsleden. Gemeenten hebben daardoor een belangrijke rol gekregen in het mede organiseren en borgen van een veilige ontwikkeling voor hun jonge inwoners.

Uit verschillende inspectieonderzoeken blijkt echter dat het signaleren van onveiligheid, het effectief duiden van signalen en het (indien nodig) organiseren van passende hulp nog niet goed verloopt.

Nieuwe vraagstukken en oplossingen

Als de veiligheid van jeugdigen in het geding is, levert samenwerking per definitie vraagstukken op t.a.v. regievoering, verantwoordelijkheden en toetsing van de beoogde resultaten. Ook raakt het nadrukkelijk aan de rechtsbescherming van ouders/opvoeders en jeugdigen. Door de transitie en de invoering van de jeugdwet zijn voorheen niet vanzelfsprekende partijen als gemeenten en jeugdbescherming bij elkaar gebracht.

Veiligheid van jeugdigen is de moeilijkste opgave binnen het sociaal domein

Men veronderstelt dat de veiligheid van jeugdigen door de aanscherping van de meldcode nog meer vergroot wordt er van uitgaand dat alles wat in beeld komt bij Veilig Thuis dit garandeert, zelfs op de langere termijn. Alle onderzoeken hebben echter tot nu toe laten zien dat dit nog niet het geval is. Daarmee is het vergroten en borgen van de veiligheid van jeugdigen de moeilijkste opgave binnen het sociaal domein.

Meer zicht op het krachtenveld is van belang

De herinrichting van het sociaal domein zou langs de lijnen van de uitkomsten en aanbevelingen vanuit de Inspectie onderzoeken moeten lopen. Zij vormen een belangrijke graadmeter om risico’s te verkleinen.

Om die reden is het relevant om meer zicht te krijgen op die lokale of regionale samenwerking en het krachtenveld tussen de belangrijkste partijen; gemeente, gecertificeerde instelling (voor jeugdbescherming en jeugdreclassering) en Veilig Thuis.

Relevante vragen zijn wat speelt hier, hoe zijn taken en verantwoordelijkheden verdeeld, welke dilemma’s komt men tegen en op welke wijze worden oplossingen gevonden? Hier moeten duidelijke antwoorden op volgen en last but not least; is zichtbaar en merkbaar dat de veiligheid van jeugdigen is vergroot?

Onderzoek in het krachtenveld

Op verzoek van een aantal gemeenten onderzochten wij de samenwerking tussen deze gemeenten, de gecertificeerde instelling en Veilig Thuis. Het onderzoek leverde een aantal interessante bevindingen op die wij graag delen.

Dat doen wij o.a. in een verdiepingssessie op het : Jaarcongres Jeugdzorg “Het kind Centraal”

Daarnaast starten wij begin januari met een modulair training en coaching aanbod “Jeugd en Veiligheid”, samen met onze kennispartners op het gebied van jeugdbescherming, (team)sturing, regievoering en beroepsregistratie.

Dit is een gedeelte uit een artikel dat wij recent publiceerden op Binnenlands Bestuur

Voor meer informatie: Rudy Bonnet 0651749712 r.bonnet@stade.nl

Samenwerken aan veiligheid van jeugdigen is balanceren op een slap koord

Groot percentage kinderen in Nederland leeft in armoede

24 april 2017

Kinderen moeten in ons land zonder armoede opgroeien, vindt de SER. Ondanks een aantrekkende economie en alle inspanningen blijft het aantal arme kinderen hoog (8 à 12 procent). Opmerkelijk is dat 60 procent van deze kinderen werkende ouders heeft. In het advies ‘Opgroeien zonder armoede’ stelt de SER dat alle kinderen een beroep moeten kunnen doen op voorzieningen die de gevolgen van armoede compenseren, zoals meedoen aan sport en cultuur. Dit beleid moet worden aangevuld met een meer structurele en systematische aanpak van de oorzaken van armoede. 

Lees meer