Deze website maakt gebruik van cookies om ons te helpen uw gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie of Accepteren
Stade advies

Scharrelruimte gevraagd voor psychisch kwetsbare inwoners

5 juli 2018 door Rudy Bonnet BAA

Meer scharrelruimte voor gemeenten, organisaties en professionals was de belangrijkste uitkomst op de gemeentelijke werkconferentie in Almere waar preventie en inclusie van psychische kwetsbare inwoners centraal stond. Hier werden begin 2018 de onderzoeksuitkomsten en ervaringen gedeeld van een grote groep betrokkenen; de gemeente , maatschappelijke organisaties, ervaringsdeskundigen en initiatiefrijke inwoners.

De oorspronkelijke vraag vanuit de gemeente, de welzijnsorganisatie en de ggz instellingen was om te onderzoeken op welke wijze één stads brede laagdrempelige inloopvoorziening gerealiseerd kon worden. Het onderzoek door Stade Advies leverde belangrijke inzichten op om deze vraag te beantwoorden.

Uitkomsten onderzoek eerste fase

De gesprekken met  zo’n 40 organisaties, sleutelfiguren en ervaringsdeskundigen in de eerste fase van het onderzoek leverden een beeld op  dat er geen duidelijk probleem was waarvoor één centrale integrale inloopvoorziening DE oplossing zou zijn.  Verder bleek dat er geen goed zicht was op de doelgroep. De insteek was mensen met verward gedrag maar als snel bleek dat iedere organisatie daar zijn eigen organisatie gerelateerde definitie voor had. Bovendien werden er geen acute problemen gemeld. Wat betreft het aanwezige aanbod, dit lijkt te voldoen maar is versnipperd. Er zijn veel goede voorzieningen en initiatieven. Wat ontbreekt is een helder overzicht van wie wat wanneer doet.

Vrijwel alle partijen gaven daarnaast aan een outreachende benadering en een inloopmogelijkheid in de wijk van belang te achten. Wanneer duidelijk is waar veel mensen met (potentieel) verward gedrag wonen, dan zou daarvoor aangesloten kunnen worden bij de bestaande infrastructuur, zoals buurthuizen en wijkteams.

De kern van de conclusies was dat vraag naar de mogelijke meerwaarde van een nieuwe inloopvoorziening op de door de gemeente beoogde maatschappelijk effecten – inclusie van personen met verward gedrag, minder overlast en minder daklozen – alleen in samenhang met een totale aanpak goed is te beantwoorden.

Naar aanleiding van deze eerste onderzoeksresultaten stonden 3 vragen centraal:

  • over wie hebben we het?
  • welk probleem moet opgelost worden?
  • hoe verder?

Wie en waar?

In het tweede deel van het onderzoek werd duidelijk(er) over wie het nu feitelijk ging; psychisch kwetsbare mensen met (incidenteel) verwarde gedragingen. In combinatie met de analyses van de data gegevens en risicofactoren (gebruik GGZ zorg , risico angst en depressie stoornissen en sociale problematiek, huisarts bezoek met psychische klachten, psychische diagnose(s), sociale cohesie, sociale voorzieningen, laag inkomen, politiemeldingen overlast op straat en overlast meldingen) kwam in beeld dat er in (delen van) Almere Buiten, Almere Haven en Almere Stad relatief meer bewoners zijn met psychische kwetsbaarheid.

Zorgdragen voor ontmoeten is de basis maar wat is daar voor nodig?

Uit de interviews met alle betrokken en gesprekken met gebruikers van ontmoetingsplekken kwam naar voren dat zorgdragen voor ontmoeten bijdraagt aan het doorbreken van isolement, het structureren van de dagelijkse bezigheden en vergroten van het zelfvertrouwen. Daarnaast werd duidelijk dat er een breed palet van initiatieven en voorzieningen in buurten en wijken was. De nieuwe vraag werd vervolgens in hoeverre deze een (ontmoeting)functie voor de doelgroep kunnen   verzorgen en wat daar voor nodig is. Wat de onderzoekers betreft moet(en):

  1. een balans worden gevonden tussen ontmoetingsplekken en de specifieke behoeften van de doelgroep;
  2. de “bouwers” aanwezig zijn in de specifieke leefwereld van psychisch kwetsbare inwoners zonder oordelen of vooropgestelde doelen;
  3. gewerkt worden vanuit een sociaal-maatschappelijk perspectief;
  4. sprake zijn van een flexibele inrichting.

Belangrijkste bouwstenen zijn dat:

  1. Kennis in de wijk aanwezig is van GGZ problematiek
  2. Er een outreachende benadering is, deze moet fasegewijs ingevoerd worden
  3. Het betrekken van de doelgroep de belangrijkste randvoorwaarde is
  4. De gekozen werkwijze aansluit bij de actief benaderde en betrokken doelgroep
  5. De maatschappelijke acceptatie van kwetsbare bewoners vergroot wordt, er moet gewerkt worden aan een grotere betrokkenheid in de wijk(en)
  6. Best practices uitgewisseld worden

De aanpak van verwarde mensen begint in de buurt

Het aantal overlast incidenten met verwarde personen steeg de afgelopen jaar met ruim 60 procent blijkt uit cijfers van de landelijke politie. Aldus de recente berichtgeving in de media.[1]

Er is ook een record aan gedwongen opnames. Dit blijkt uit cijfers van de Raad voor Rechtspraak. Niet eerder was dat getal zo hoog. Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de UVA en gespecialiseerd in dwangzorg geeft o.a. als oorzaak dat mensen eerder naar huis worden gestuurd en/of thuis worden behandeld. Maar dan is er minder zicht: “het is makkelijker zicht te houden op 100 patiënten in een kliniek dan op 100 mensen verspreid over het land”. “Daarnaast is er minder tolerantie, wordt overlast eerder gemeld en worden buurten onpersoonlijker”, volgens Niels Mulder, psychiater bij BAVO Europoort en bijzonder hoogleraar openbare geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam.

De uitkomst: samen bouwen aan inclusie in de wijken

De bevindingen in Almere zijn illustratief voor andere gemeenten. Gemeenten moeten op zoek naar ‘ontmoetingsplekken’ in de wijk die als startpunt kunnen dienen voor mensen met psychische kwetsbaarheid en een laagdrempelige inloopfunctie kunnen vervullen. Dus op plekken waar mensen wonen. Het doel is om een infrastructuur te (her)inrichten (op buurtniveau) waardoor mensen met een psychische kwetsbaarheid weten waar zij terecht kunnen, wie daar zijn en wat het voor hen kan betekenen.

Inclusie betekent idealiter dat de infrastructuur preventief en ‘helend” werkt, niet (bevoor)oordelend en niet gericht op beheers matigheid (de keten op orde). Het gaat om een verschuiving van de behandel- naar een leefwereldperspectief.

Centraal staat het benutten van de (herstel)kracht van mensen met een psychische kwetsbaarheid door hun ervaringen en behoeften centraal te stellen en dit als startpunt te nemen, niet vanuit hun diagnose maar vanuit hun mogelijkheden met  normalisatie als basis. In de praktijk kan dit bijvoorbeeld dus het volgen van een computer cursus in een gemengde groep zijn.

Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de werkzame bestanddelen van de werkwijze(n) van andere ontmoetingsplekken voor dezelfde doelgroep.

Dit betekent ook dat uitwerking wordt geven aan het betrekken van de (directe) omgeving, familie, buren, vrienden en mogelijkheden in de buurt(en).

Kernbegrippen zijn: uitgaan van wat er al is, versterken van de krachten die er al zijn, benutten van het kennis en ervaringspotentieel, normaliseren, verbinden en zorg dragen voor ontmoeting als basis voor preventie en herstel en inclusie. Het uitwerken van een buurtscan op deze onderwerpen, de inzet van herstelwerkers – mogelijk vanuit een herstelwerkplaats – en onderzoek naar de bruikbaarheid van digitale wijkportalen voor zelfzorg, vormen onderdelen van een dergelijke aanpak.

Ruimte om te verbinden

Over de bovengenoemde aanpak was men het in Almere snel eens. Maar op de vraag hoe nu verder werd op de werkconferentie stevig van gedachten gewisseld. Het sleutelwoord dat collectief naar boven kwam drijven was “verbinden”.  Inspirerende voorbeelden welke op de werkconferentie in workshops werden geïllustreerd spraken tot de verbeelding. Deze lieten zien dat voor verbinden ook ruimte noodzakelijk is; soms financieel maar meestal door het verruimen van de (gemeentelijke) taakstelling, verantwoording en regelgeving. Er ontstaat dan (meer) ruimte om te samen te werken,  te ontdekken, te delen en te ontwikkelen. Zo ontstaat ook vertrouwen en wordt partnership versterkt. Dit vraagt om een langere adem waardoor duurzame oplossingen en verbindingen ontstaan. Hier wordt “scharrelruimte” voor gevraagd.

Een opbouwwerker van een wijkteam gaf aan dat ze het belangrijk vindt om het perspectief breed te trekken. Nu is zij als professional betrokken, maar straks is zij wellicht ervaringsdeskundige. Het is goed om dat altijd in het oog te houden en als professional wat meer nederigheid te betrachten en meer te denken in termen van co-creatie. Er wordt veel gepraat onderling met de wijkteams, met de inloophuizen, de huisartsen en andere professionals over samenwerken en verbinden, maar co-creatie moet niet beperkt worden tot de professionals, maar zich juist uitstrekken tot verbinding met de mensen zelf.

De landelijke aanpak

In 2016 is het Schakelteam «Personen met Verward Gedrag» (in navolging van het Aanjaagteam Verwarde Personen) aangesteld om ervoor te zorgen dat overal in Nederland een goed werkende aanpak komt voor mensen met verward gedrag. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van een sluitende aanpak ligt bij alle betrokken ketenpartners, zowel lokaal als regionaal, onder regie van de gemeente. In het land wordt hard gewerkt aan deze aanpak, langs de lijnen van de negen bouwstenen van het Aanjaagteam. Het Schakelteam faciliteert partijen hierbij en monitort de voortgang zodat tijdig kan worden bijgestuurd als er op onderdelen extra actie of versnelling nodig is. De inzet van het Schakelteam is dat elke gemeente en regio voor 1 oktober 2018 een goed werkende aanpak voor mensen met verward gedrag heeft.

Meer informatie over onze aanpak?

Stade Advies
Rudy Bonnet, 06 – 517 497 12 of mail r.bonnet@stade.nl

[1] NRC 21 februari 2018